Kenmerken van traditionele voeding

Om in de winkel het onderscheid te kunnen maken tussen écht eten en modern, industrie eten, is het handig om terug te blikken in het verleden en te kijken wat mensen aten pre-industrialisatie. Zo komen we vanzelf uit bij de essentie en bij wat we als mens verondersteld worden van te eten.   

Dit zijn de 11 cornerstones van traditionele voeding:

1. Geen geraffineerde producten

De voeding van gezonde, traditionele culturen bevat geen geraffineerde voeding zoals witte suiker of high fructose corn syrup, witte bloem, blikvoeding, gepasteuriseerde en magere melkproducten,, gehydrogeneerde plantaardige olie, eiwitpoeder, synthetische vitaminen of toxische aditieven en artificiële kleurstoffen.

2. Dierlijke voedingsmiddelen

Alle culturen eten wel iéts van dierlijke voedingsmiddelen. Dit varieerde van vis en zeebruchten, tot grazers en herkauwers, eieren, melk en afgeleide producten, reptielen en insecten. Het volledige dier wordt geconsumeerd: spiervlees, organen, bloed, boten en vet. De organen krijgen de voorkeur!

3.Vetoplosbare vitaminen

De voeding van gezonde, niet-geïndustrialiseerde mensen bevat tenminste vier keer zoveel mineralen en wateroplosbare vitaminen als die van ons vandaag. Daar bovenop bevatte ze zeker TIEN keer zoveel vetoplosbare vitaminen zoals we die enkel vinden in dierlijke voedingsmiddelen: vitamine A, D en K2.

4. Deels rauw

Alle traditionele culturen verhitten een deel van de voeding maar ze namen ook allemaal een deel van de dierlijke voeding rauw, al dan niet gefermenteerd (denk maar aan salami en rauwe ham).

5. Lacto fermentatie

Primitieve en traditionele voeding heeft een hoog gehalte aan voedingsenzymen en goeie bacteriën, afkosmtig uit lacto-fermentatie van fruit, groenten, dranken, zuivel, vlees en vis.

6. Bereiding van granen

Zaden, granen en noten worden geweekt, gekiemd en al dan niet ook gefermenteerd om de van nature aanwezige anti-nutriënten uit te schakelen. Zo worden de vitaminen en mineralen er in beschikbaarder voor onze spijsvertering.

7. Kwaliteit van de vetten

De verhoudingen aan vet in traditionele culturen varieerde tussen 30% en 80% van de totale calorie inname. Maximum 4% daarvan was afkomstig van meervoudig onverzadigde vetten zoals we die van nature vinden in granen, peulvruchten, noten, vis, dierlijke vetten en groenten. Het overgrote deel van het vet was onder de vorm van verzadigde vetten en enkelvoudig onverzadigde vetten.

8. Ratio omega 6:omega 3

Tradtionele voeding bestond uit bijna gelijke hoeveelheden omega 6 tot omega 3.
 Moderne voeding bevat vele malen meer omega 6 dan omega 3, door het introduceren van geraffineerde plantaardige olieën. 

9. Zout

Alle traditionele voedingsculturen gebruikten een vorm van ongeraffineerd zout.

10. Botten

Alle traditionele culturen maken gebruik van de botten van het dier, doorgaans onder de vorm van gelatine-rijke bottenbouillon. Zo gebruiken we het volledige dier en wordt niks weggegooid.
Bovendien bekomen we op die manier mineralen die we anders zouden missen!

11. Inzetten op een gezonde volgende generatie

Alle traditionele culturen voorzagen een zekere periode voor de zwangerschap om de beide ouders extra voedingsstoffen te geven onder de vorm van specifieke dierlijke voedingsmiddelen. 
Ze respecteren ook bewust de tijd tussen twee zwangerschappen, zodat de moeder voldoende kan aansterken voor een volgend kind.
Ook bij jonge kinderen ligt de focus op extra nutriënt dense voedingsmiddelen.

Het resultaat, ook in mijn praktijk, zijn vlotte zwangerschappen, gemakkelijke borstvoeding en sterke babies die hun mijlpalen halen ver voor hun leeftijdsgenoten. Ze hebben een sterk immuunsysteem en melktanden waar plaats tussen is. Dit heeft tot gevolg dat de volwassen tanden plaats gaan hebben eens ze indalen! Dus deze kinderen gaan geen beugel nodig hebben, of althans een pak minder orthodontie dan veel leeftijdsgenoten. Hun zicht is goed, ze hebben geen kwaaltjes, ze hebben een gezonde blos en zijn gewoon stevige kleine mensjes die goed groeien.